Verstandelijke beperking is een naam voor een ontwikkelingsstoornis waarbij de verstandelijke vermogens zich niet met de normale snelheid ontwikkelen en meestal een gemiddeld niveau niet zullen bereiken. De persoon heeft door het cognitief tekort moeite om volledig te functioneren, in vergelijking met leeftijdgenoten. In de volksmond worden ook wel de 'ouderwetse' termen verstandelijke handicap of geestelijk gehandicapt gebruikt.
Verstandelijke beperkingen komen voor in verschillende gradaties. In de DSM (algemeen erkent diagnostisch handboek) worden verstandelijke beperkingen op vier niveaus van elkaar onderscheiden, te weten licht, matig, ernstig en diep:
Verstandelijke beperkingen (intelligentiebeperkingen) worden gemeten met een valide en betrouwbare intelligentietest in een individueel onderzoek. Voor een verstandelijke beperking is de grens een IQ van ongeveer 70 à 75, afhankelijk van de testeigenschappen. Maar een IQ is niet het enige criterium. Er dienen ook beperkingen in conceptuele, praktische en/of sociale vaardigheden aanwezig te zijn. Voorbeelden van conceptuele vaardigheden zijn: taal en lezen en schrijven, voorbeelden van sociale vaardigheden zijn: verantwoordelijkheid en het volgen van regels en voorbeelden van praktische vaardigheden zijn: eten, aankleden en geldbeheer.
Psychologisch onderzoek kan bepalen of en in welke mate iemand een verstandelijke beperking heeft. Een verstandelijke beperking kan ook door een kinderarts worden vastgesteld, door het doen van chromosoom - of DNA onderzoek.
De mate waarin iemand een verstandelijke beperking heeft bepaalt in grote mate de effecten die het heeft op iemands leven. Kleine kinderen met een verstandelijke beperking ontwikkelen zich minder snel dan andere kinderen. Ze gaan later dan hun leeftijdgenootjes zitten, staan en lopen. Ze beginnen later met brabbelen en woordjes nazeggen. En ze leren minder snel dan andere kinderen van dezelfde leeftijd. Ze hebben meer herhaling nodig om nieuwe dingen te leren. En dat gaat niet over als het kind ouder wordt.
Op latere leeftijd blijft iemand met een verstandelijke beperking moeilijkheden ervaren in de communicatie (taal, lezen, schrijven), de zelfverzorging, het zelfstandig kunnen wonen, sociale en relationele vaardigheden. Veel mensen met een verstandelijke beperking hebben een minderwaardig gevoel over zichzelf, wat bijkomende psychische klachten met zich mee kan brengen.
Mensen met een verstandelijke beperking zijn aangewezen op steun vanuit hun omgeving, vaak aangevuld met professionele ondersteuning/begeleiding. Ouders met een kind met een verstandelijke beperking hebben kunnen gebaat zijn bij ondersteuning in de thuissituatie, bijvoorbeeld om een dagstructuur op te zetten en de leefomgeving voorspelbaar en overzichtelijk te maken voor hun kind. Een kind/jongere loopt het gevaar essentiële sociale vaardigheden niet te ontwikkelen, waardoor het moeite krijgt in het vinden van sociale aansluiting. Het is daarom belangrijk dat een kind, ondanks dat het moeizaam kan zijn, veel contact blijft hebben met leeftijdsgenootjes. Op latere leeftijd zijn deze vaardigheden noodzakelijk bij het vinden en behouden van relaties, vriendschappen en werk. Investeren in het bespoedigen van de ontwikkeling op jonge leeftijd is daarom belangrijk en levert op latere leeftijd veel sociaal-emotionele winst op.
Een verstandelijke beperking is iets waarmee je wordt geboren. Het gaat dus niet over. Omdat leren moeilijker en langzamer gaat dan bij anderen kost het meer tijd en energie om vaardigheden en kennis eigen te maken.
Het hebben van een verstandelijke beperking stelt, net als bij iedere beperking (en ieder mens), jezelf voor de keuze; wat wil ik heel graag leren/bereiken en is het met mijn vaardigheden mogelijk dat te doen. Hierin is het belangrijk reële keuzes en doelstellingen te maken. Beter kleine en succesvolle stapjes zetten, dan teleurgesteld raken bij het niet behalen van (te hoge) doelen. Dit geldt zowel voor school en werk als sociaal.
Vaak hebben mensen met een verstandelijke beperking bijkomende problemen waarbij een behandeling hulp kan bieden. Denk hierbij aan logopedie (spraak), ergotherapie (motoriek en ADL-vaardigheden) en psychologische/orthopedagogische ondersteuning (bij opvoeding- en gedragsproblemen).
Een kind met een verstandelijke beperking loopt de kans snel in zijn/haar (sociaal-emotionele) ontwikkeling achterop te raken. Begeleiding die zich richt op het wegwerken/beperken van de achterstand is daarom zeer raadzaam. Positieve ervaringen met leeftijdsgenoten vergroot het gevoel van eigenwaarde, verlaagt de sociale angst en vergroot de adequate sociale vaardigheden.
Het is belangrijk om een situatie te creëren die uitnodigt tot het ontwikkelen van vaardigheden, waarbij parallel een proces in gang wordt gezet die tot doel heeft de sociale omgeving te versterken. Essentieel hierbij is het vermogen te kunnen denken in de mogelijkheden, veel meer dan te denken in belemmeringen of onmogelijkheden. Wat je moeilijk vindt is te leren, wat je echt niet kunt moet je accepteren.
Bij CareHouse kun je terecht met vragen over ontwikkelingbeperking en/of passende hulp. Deze hulp is nooit 1 standaard oplossing. Ieder mens is uniek en ieder mens met een ontwikkelingsbeperking dus ook.
Wij geloven dat je, ook belemmerd door een ontwikkelingsbeperking, veel meer kunt dan je denkt. Samen willen we de uitdaging aangaan kwaliteiten te herkennen en te gebruiken om nieuwe kwaliteiten te ontwikkelen. In dat proces is niet de beperking het uitgangspunt, maar is het individu en zijn/haar omgeving dat. Onze doelen zijn onderschikt aan de doelen van de mensen die ons vragen hen te helpen.